Trektochten, authentieke dorpjes en... - Reisverslag uit Guatemala-stad, Guatemala van Tomoko Claringbould - WaarBenJij.nu Trektochten, authentieke dorpjes en... - Reisverslag uit Guatemala-stad, Guatemala van Tomoko Claringbould - WaarBenJij.nu

Trektochten, authentieke dorpjes en...

Blijf op de hoogte en volg Tomoko

03 Juni 2015 | Guatemala, Guatemala-stad


een afschrikwekkend ziekenhuis

Volledig gekleed in het oranje, het is immers Koningsdag, spring ik op de bus richting het vliegveld. Jojanneke komt me voor drie weken opzoeken! Het is zo fijn als iemand van thuis langskomt. Niet alleen voor de gezelligheid, maar ook omdat het zo lastig is om uit te leggen wat ik hier precies doe, en Jojanneke het op deze manier met eigen ogen kon zien: de vrouwen in het naai-atelier, de chaos in het bijlescentrum, het leven op ‘het dak’ en het leven van de kinderen in de wijk.

Meteen de eerste middag gingen we op bezoek bij Luisa en Marco-Daniel. Deze kinderen (18 en 16 jaar?) hebben vorig jaar hun moeder verloren en wonen nu samen in een golfplaten huisje. Marco-Daniel zit in het eerste jaar van de middelbare school, en hij studeert heel hard. Elke dag gaat hij naar school, doet hij braaf zijn huiswerk, en op zijn rapport staan voornamelijk zevens en achten. Ook Luisa zou in het eerste jaar van de middelbare school zitten, maar zij kon niet meer worden aangenomen omdat ze te oud is. Nu wil ze een winkeltje aan huis beginnen, om wat geld te kunnen verdienen. Hopelijk lukt dat, want deze kinderen zijn volledig op zichzelf aangewezen en het gevaar van de bendes ligt op de loer.

Jojanneke en ik begonnen onze reis door Guatemala in Nebaj, een afgelegen bergdorpje waar ik nog nooit was geweest. Hier is behoorlijk heftig gevochten tijdens de burgeroorlog die nog geen twintig jaar geleden eindigde. Tijdens de wandeling die we maakten, wees de gids ons de plekken aan waar de guerrilla zich schuil hield, en legde hij uit hoe de bevolking de militairen om de tuin leidden. We maakten veel foto’s van het mooie landschap en de schattige dorpjes waar de meeste mensen (vooral vrouwen en kinderen, maar ook mannen) nog in traditionele klederdracht lopen, en alleen een Maya-taal spreken. Dit is het typisch Guatemalteekse leven. Na twee dagen had ik al het idee dat Jojanneke het échte Guatemala had gezien en meegemaakt: opgepropt in een ‘chickenbus’ zitten, op de markt of op straat eten wat de pot schaft (gefrituurde kip, hmmm), en vrouwen met prachtige geborduurde ‘bloezen’, rode rokken en ingewikkeld vastgeknoopte haarlinten.

Na een middagje op de souvenirmarkt in Chichicastenango en een rustig dagje in Quetzaltenango (ook wel Xela), de tweede stad van Guatemala, begon de driedaagse trek van Xela naar het meer van Atitlán. Ook dit had ik nog nooit gedaan, en het was prachtig.
Met onze backpack met slaapzak, matje, drie liter water, lunch en snacks voor de hele groep gingen we vol goede moed op pad. We passeerden dorpjes waar geen enkele toerist ooit langs komt (alleen degenen die de trek doen) en waar we uitgebreid begroet werden door de kinderen langs de weg. Elk uur veranderde het landschap: van grasvlakten en akkers naar jungle, bergpaadjes en ‘cloud forrests’ (mistige bossen). We sliepen in gastgezinnen en de eerste dag genoten we, na een lange dag wandelen, van een heerlijke Maya-sauna. Het hoogtepunt van de trek was de zonsopkomst boven het Lago de Atitlán, het mooiste meer dat ik ooit gezien heb.

Het eerste deel van onze reis eindigden we rustig aan het meer: kajakken, zwemmen, wandelen, fotosessies met het meer en de vulkanen aan de overkant en stiekeme foto’s op de markt en in de hippiedorpjes. Kinderen werden angstvallig achter de rokken van de moeders gehouden. Er gingen verhalen de ronde dat toeristen van die grote rugzakken hebben om kinderen in te ontvoeren…

Terug bij Upavim vierden we het afscheid van Linda en de verjaardag van Evelien met de kinderen van het bijlescentrum. Jojanneke was stomverbaasd over de chaos tijdens het dansfeestje. Kinderen renden rond, ballonnen werden van de muur gerukt en af en toe greep een kind je hand om te dansen. Het was uiteindelijk toch heel gezellig, vond ik dan tenminste.

Tijdens ons dagje Antigua, een allerschattigst koloniaal stadje vol talenstudenten (daar was ik negen jaar geleden één van), hebben we ons vooral rotgelachen om de groep Amerikaanse toeristen die met een sticker op hun shirt en sokken in sandalen voor veel te veel geld souvenirs kochten. Schaamteloos. Werkelijk.

Het tweede deel van onze reis ging voornamelijk over Maya-ruïnes en prachtige natuur. En over Jojanneke die door een hond gebeten was. Zo snel als we konden, vertrokken we met de tuctuc naar het dichtstbijzijnde ziekenhuis. Het was afschuwelijk. Soms zie je in documentaires over ontwikkelingslanden van die ziekenhuizen. Dit was er zo een. Buiten stonden familieleden ijsberend te wachten. Wij mochten redelijk snel naar binnen bij de spoedeisende hulp. Dit was een grote hal met langs de wanden hokken – oftewel behandelkamers – met gele douchegordijnen ervoor. Één dokter liep een beetje heen en weer van hokje naar hokje terwijl kermende patiënten werden binnengebracht met enorme zuurstofflessen die me eerder aan gasflessen deden denken. Een jongetje, gillend van de pijn, zat te wachten op een stoel in de hoek van de ruimte en vanachter de gordijntjes hoorden we mensen schreeuwen terwijl ze injecties van het een of ander kregen. In een aparte kamer, die gelukkig wel afgesloten was, was een vrouw aan het bevallen. Dus of we even konden wachten, want de dokter was druk… Uiteindelijk vertelde de dokter ons dat ze geen rabiësvaccin hadden, en dat we dat maandag in het gezondheidscentrum moesten halen. Bovendien nadat de betreffende hond was onderzocht, ofzo. De verpleegster maakte de wond schoon en deed er een verbandje om, dat na twee stappen buiten het ziekenhuis al van Jojannekes knie afgleed.
Omdat het zaterdag was, en het vaccin het liefst binnen 24 uur gehaald moet worden, maakten we ons toch een beetje zorgen. In de Lonely Planet vonden we een privé-ziekenhuis in de buurt, en dus belde ik om te vragen of zij het rabiësvaccin hadden. Dat hadden ze, en dus vertrokken we naar dit ziekenhuis. Dit was zo mogelijk nog enger. Het gebouw zelf zag er iets netter uit en de behandelkamer had een echte behandelbank waar Jojanneke meteen op mocht zitten. De verpleegsters maakten het vaccin klaar, en ik vroeg of het wel echt tegen rabiës was, en of alles wel steriel was. Ja hoor, maak je geen zorgen. Vlak voordat Jojanneke de prik kreeg, vroeg ik nog even wanneer ze dan de tweede injectie moest halen, en hoeveel ze er dan nog nodig had, omdat Jojanneke al eerder ingeënt was tegen rabiës. De zuster snapte niet veel van mijn vraag, ‘het is maar één prik’, en na wat aandringen belde ze de arts van dienst om te verifiëren. “Ja hoor, je hebt maar één tetanusprik nodig.” Wacht, ho, stop, tetanus?! Nee, dat heeft ze al, we hebben een rabiësvaccin nodig. Na wat ruziën bleek dat we het rabiësvaccin toch op maandag in het gezondheidscentrum moesten halen. Had Jojanneke toch bijna het verkeerde vaccin gehad, zonder dat te weten. Gelukkig hadden ze in het gezondheidscentrum wél verstand van hondenbeten en stonden we na een half uur, inclusief gratis rabiësprik en de verpakking van het vaccin weer buiten, op weg naar laguna Lachúa.

Die zondag zijn we overigens nog wel naar Tikal gegaan: indrukwekkende Maya-ruïnes in de jungle van Guatemala. Hier weet je nooit of een heuvel een echte heuvel is, of een oude Maya-tempel, omdat tachtig procent van de oude stad nog bedekt is onder aarde en bomen. Het bijzondere van deze plek is dat het midden in het oerwoud is, en dat je dus terwijl je van de ene naar de andere tempel loopt een keur aan tropische diersoorten ziet en hoort: brulapen, een soort wasbeertjes, toekans, wilde kalkoenen en andere prachtige vogels. En we aten ook termieten. Bah. Van de zonsopgang hebben we helaas – na drie keer Tikal had ik beter moeten weten – niets gezien, maar het was toch fijn om lekker vroeg door het park te lopen en de apen te horen brullen. Dat zulke kleine aapjes zo’n enorm geluid kunnen maken, ongelooflijk.

Laguna Lachúa is een prachtig rond meertje in het midden van de jungle, waar we ons bijna alleen op de wereld waanden. Hier was niet veel meer te doen dan zwemmen tussen de vissen en op de steiger liggen, maar wat was het adembenemend mooi, rustiek. Precies zoals Billy en Mono (mijn Guatemalteekse vrienden van vroeger) ons verteld hadden.

Onze laatste stop was Semuc Champey, een natuurgebied met turquoise waterterrassen en watervallen. De weg ernaartoe, zoals wij die hadden bedacht, was minder goed begaanbaar dan het kaartje in de Lonely Planet deed vermoeden. Uiteindelijk werden we opgepikt door een vrachtwagen, of eigenlijk een veewagen, vol halfdronken jongens en mannen die bierdrinkend, kwattend en rokend aan de spijlen hingen. Zij gingen elke dag in deze veewagen over de onverharde weg drie uur heen en drie uur terug naar hun werk. Wat een leven. Na twee uur heen- en weergeslingerd te worden, kwamen we aan bij de kruising. Maar omdat het al donker was, en we niet met honderd procent zekerheid wisten of er nog iets langs zou komen om ons naar het dorpje te brengen, besloten we uiteindelijk nog een uur lang mee te gaan met de veewagen naar het dichtstbijzijnde stadje, waar de allervriendelijkste vrachtwagenchauffeur ons afzette bij een hotel. Dan maar de volgende ochtend vroeg naar Semuc Champey.

De laatste dag liep Jojanneke nog mee met de montessorigroep waar ik elke ochtend werk. Het was jammer dat Jojanneke de taal niet spreekt, maar wat was het heerlijk te merken wat voor rust er hier heerst. De kinderen waren zo goed bezig met het montessori-materiaal, en Jojanneke heeft zelfs nog een aantal lesjes aan kinderen kunnen geven met de kralenstaafjes, de schuurpapieren letters en het honderdbord. Haar conclusie: als montessori-juf kun je eigenlijk overal op de wereld in elke willekeurige montessorischool invallen, omdat op elke montessorischool dezelfde afspraken en omgangsvormen gelden: met respect met elkaar en het materiaal omgaan en vooral: ‘Leer mij het zelf te doen’.

Liefs, Tomoko xx

  • 03 Juni 2015 - 17:54

    Jojanneke:

    Wat een super leuk verslag en wat kan je toch leuk schrijven! Je beschrijft alles zo mooi en het was allemaal ook zo mooi! Ik heb het echt super fijn gehad en ik vind het zo leuk dat ik heb kunnen zien hoe jij daar leeft. Aan je leuke verslag heb ik gewoon niks toe te voegen :)
    Oja, de hondenbeet is helemaal over, niks meer van te zien!

Reageer op dit reisverslag

Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley

Verslag uit: Guatemala, Guatemala-stad

Tomoko
Actief sinds 30 Nov. -0001
Verslag gelezen: 353
Totaal aantal bezoekers 89320

Voorgaande reizen:

09 Maart 2015 - 07 Augustus 2015

Guatemala 2015

07 Juli 2014 - 07 Augustus 2014

Colombia

08 Juli 2013 - 07 Augustus 2013

Cambodja en Vietnam

22 Juli 2012 - 22 Augustus 2012

Peru zomer 2012

11 Januari 2006 - 11 Januari 2006

Mijn eerste reis

Landen bezocht: